maandag 18 juni 2007

Estancia Wekerom


Januari 2006
Estancia Wekerom, Uruguay
Ergens in Uruguay, Zuid-Amerika op 86 Kilometer van Montevideo, staat de boerderij van Gert Jan Mulder. Iedereen die bij hem op zijn boerderij komt, weet direct waar Gert Jan’s wortels liggen. Zijn boerderij heet namelijk ‘Estancia Wekerom’, wat ‘Boerderij Wekerom’ betekent. ‘Estancia Wekerom’ is 428 hectare groot, voor Uruguayaanse begrippen een middelgrote boerderij. Op deze boerderij fokt en mest Gert Jan Hereford en Aberdeen Angus vleeskoeien. Naast de vleeskoeien omvat de boerderij ook 30 hectare bos (Eucaliptus Grandis bomen) van 25 meter hoog. De estancia word gerund door een ‘capataz’ en twee ‘peons’, en hij krijgt de hulp van een ervaren landbouwingenieur. Er worden daarnaast loonwerkers ingehuurd voor specifieke dingen, zoals het inzaaien van graslanden. Gert Jan kocht het land in 2002 en is er erg blij mee. De omgeving is heuvelachtig. Punta del Este, één van de mooiste badplaatsen van Zuid-Amerika, ligt op 100 kilometer van zijn boerderij.

Alles anders, Gert Jan vertelt:
In Uruguay is alles anders, als je het vergelijkt met een boerderij op de mooie Veluwe. In de 20 jaar ervaring die ik heb in Zuid Amerika, merk ik nog bijna elke dag dat ik nog altijd te weinig lokale kennis en kennissen heb. Dat tekort moet ieder op zijn eigen manier proberen te compenseren. Dat is een hele uitdaging. Dat alles anders is in Zuid Amerika laat zich niet zo makkelijk uitleggen; natuurlijk zijn er alle voor de hand liggende dingen, zoals de taal, het klimaat en de mensen, maar verder is het politieke, sociale en economische klimaat totaal verschillend. Het kost veel tijd om je daarin in te leven. Ik heb in het begin dat ik in Zuid Amerika kwam wonen geleerd dat je je aan je omgeving moet aanpassen, omdat de omgeving zich (bijna) nooit aan jou aanpast. Dat is echter theorie, en om dát in de praktijk te brengen kost veel bloed, zweet en tranen. Ik ben in Nederland nooit boer geweest. Mijn vader wel boerenzoon – en wel in Wekerom. Jullie – in Wekerom - hebben een prachtige omgeving, een uitstekend leef-en woonklimaat, maar het biedt (te) weinig perspectief voor de (jonge) ondernemende boer. De kansen liggen voor een groot deel buiten West Europa en voor een deel, misschien wel een belangrijk deel in Zuid Amerika. Met de constatering dat (een deel van) die kansen daar liggen ben je er nog lang niet, want zoals ik al eerder zei; alles is anders.

Mijn ervaring met de boerderij;
Ik ben bedrijfseconoom en ondanks uitgebreide ervaring in de landbouwverwerkende industrie in veel landen, de handelstromen en de financiering er van, wist ik niet erg veel van het primaire bedrijf. Ik kende wel door de jaren veel mensen met boerderijen in Zuid Amerika, sommige zelfs heel groot, en zo heb ik erg veel gevraagd door de jaren heen, maar het zelf doen is toch even anders.
Ik heb het bedrijf op een goed moment gekocht. Het stond al jaren te koop, was door de eigenaren enkele jaren verpacht geweest en er was heel weinig goeds over te zeggen, behalve de kwaliteit van de grond, de omvang van de boerderij (428 hectare, niet te groot en niet te klein), de aanwezigheid van water en de ligging. Deze vier factoren waren erg positief. De kwaliteit van de grond wordt in Uruguay objectief gemeten met een index (Coneat) en die lag vrij hoog. Al het land kan worden bewerkt en is dusdanig vruchtbaar dat je er van alles op kunt verbouwen. Er zit geen rots of gesteente in de grond. Dat is slechts bij ongeveer 25% van de beschikbare grond in Uruguay het geval. Voor de echte vruchtbare landbouwgronden, zul je naar Argentinië, Brazilië en Paraguay moeten kijken. Die landen echter hebben weer heel andere problemen en kenmerken.
Toen ik de boerderij eenmaal had ben ik stap voor stap begonnnen om het op een Nederlandse manier aan te pakken. Alles moest in orde gebracht worden; omheining, onkruidbestrijding, graslanden inzaaien, waterbeddingen verbeteren, relatief veel vee aankopen, en natuurlijk ook het woongedeelte, eerst voor het personeel en later ook voor het gezin in een goede, degelijke maar vooral “nette” staat brengen. Daarnaast moesten ook de schuren gebouwd/verbouwd/opgeknapt en het machinepark op orde. Ik heb meer dan een paar fouten gemaakt, teveel betaald, teveel vertrouwen gehad in enkele mensen, maar uiteindelijk – wij zij nu precies 5 jaar verder, is er een (mooi) begin van een veeteelt bedrijf dat rendabel genoemd mag worden en waar wij mensen en onze dieren een prachtig buitenleven genieten. Dat op zijn beurt komt tot uiting in een uitzondelijk goede kwaliteit vlees. En ons opgewekt humeur!

Waar staat het bedrijf nu (2007);
Wij zijn de afgelopen jaren met hulp van onze landbouwingenieur aan een geleidelijk omschakkeling begonnen van het fokken van vee, naar het vetmesten van vee. Op dit moment hebben wij ruim 800 dieren, waarvan 220 kalveren. De koeien worden natuurlijk gedekt door stieren. Dat doen wij gedurende 3 maanden (December-Maart) waardoor zij kalveren in September – November. Dat is het voorjaar hier. Ook hebben wij nu ruim 300 meststieren lopen. De rest zijn koeien. Regel nummer één is hier de gezondheid van de dieren; dat is niet alleen ideologisch, maar evenzo economisch verstandig. Elke dag worden alle dieren bekeken door de cowboys; zij doen dat per paard. De afgelopen jaren zijn wij hierdoor niet onder de 90% dekking en werping gekomen, terwijl het gemiddelde voor Uruguay op 67% ligt. Onkruidbestrijding en gewasbescherming is een hoofdstuk op zich, dat veel tijd, energie en investeringen vergt. Op dit moment hebben wij ruim 50% van het land ingezaaid met goed grasland – en zomergoed. De winters zijn hier mild, dus het vee heeft altijd genoeg voer. Er wordt in Uruguay al wel bijgevoerd met (snij)mais en sorghum in de winter, maar nog niet op ons bedrijf. Als wij over enkele jaren 100% mesten, zal dat echter wel moeten gaan gebeuren. Het bijvoer wordt echter nooit aangekocht, doch zelf geproduceerd.
De slachtstieren (novillos) kunnen worden vetgemest in een periode van 2,5 – 3 jaar, en dienen op het moment van verkoop aan het slachthuis meer dan 440kg te wegen. Dat is zowel voor de boer als het slachthuis het optimale gewicht. Onze rasssen zijn Hereford en de kruisingen met Aberdeen Angus. Voor Uruguay geldt dat 80% van de produktie wordt geexporteerd, onder andere naar Europa (onder een quota systeem). De prijzen van vee zijn de afgelopen jaren langszaam gestegen van iets meer dan 50 dollar cent cent naar ruim 1 dollar per kg levend vee.

De toekomst;
De planning is dat wij over enkele jaren tussen de 300 en 400 slachtstieren per jaar kunnen produceren hier op Estancia Wekerom. Dat is een flinke ambitie, maar een prachtdoel om naar toe te werken. Ik ben overtuigd van de uitzonderlijke kwaliteit vlees die wij in Uruguay kunnen produceren, op een altijd verantwoorde manier. Uruguay is één van de weinige landen ter wereld dat (officieel) BSE vrij is. Uruguay produceert al 200 jaar op organische wijze vlees. Niet vanwege een bewuste keuze, maar slechts omdat de natuurlijke omgeving in Uruguay deze “beperking” oplegt. Meer dan 70% van al het vlees dat Uruguay produceert voldoet aan de allerstrengste eisen dat “zuiver organisch geproduceerd” vlees eist. Op dit moment werken op Estancia Wekerom 3 cowboys, een heel lief stel als huishoudsters/ oppas / tuinman / babysitters /chauffeur en wij hopen dat als alles goed blijft gaan dat wij rustig verder kunnen groeien.
De randvoorwaarden voor succes zijn er veel, maar de allerbelangrijkste toch wel, een gezond boerenverstand, geen bankschulden, goed personeel, dier welzijn, een relatief stabiele klimaat (in meer dan één opzicht) en geen onvoorziene grote crises, waardoor de vleesprijzen rustig kunnen doorkabbelen, naar een niveau dat de kwaliteit van dit mooie Uruguayaanse product rechtvaardigt.
Mijn lieve vrouw, de kinderen, ons personeel en ondergetekende hebben er vertrouwen in,
Met de hartelijke groeten uit Uruguay

Dr. Gert Jan Mulder

Geen opmerkingen: